In het bericht: The Omaha Incident zagen we hoe in de zomer van 1970 een artikel in de Washington Post: 'Omaha pupils given behaviour drugs', door talloze kranten in de ganse US wordt overgenomen en zorgt voor heel wat verontwaardiging. Op 29 september wordt in het 'Huis van Afgevaardigden' daarover een hoorzitting gehouden, onder leiding van William L. Dawson.
10 personen komen op de hoorzitting een verklaring afleggen en/of antwoorden geven op de vragen van de leden van de commissie. Eén daarvan is John Holt 'educational consultant and lecturer at Harvard University'. Het is de bedoeling dat hij persoonlijk aanwezig zou zijn, maar omdat hij dezelfde dag een lezing geeft in Indiana komen zijn medewerkers Paul Curtis en Roger Smith een verklaring voorlezen die ze samen met John Holt hebben voorbereid. Het is Paul Curtis die het woord neemt.
Wat volgt is één van de meest bevlogen toespraken ooit ter verdediging van kinderen die, omdat ze zich niet kunnen of willen aanpassen aan een tegennatuurlijk schoolsysteem, een etiket van een stoornis of ziekte opgeplakt krijgen, en dan ook nog eens krachtig medicijn moet innemen. De natuur van het kind zelf , hoe het geboren wordt en opgroeit wordt als te lastig en onaangepast beschouwd voor een prestatiemaatschappij.
"Eén van mijn zorgen was het gebrek aan echte kennis over de aard en de gevolgen van het gebruik van deze medicijnen. Wat gebeurt er echt wanneer een kind deze medicijnen krijgt toegediend? Een moeder brengt haar kind naar een dokter en zegt: ' Dokter mijn kind doet dit en dat, hij wil niet stilzitten tijdens de maaltijden, hij vecht met andere kinderen, hij let niet op wanneer ik tegen hem praat, enz..enz...Ziet de dokter zelf iets van dit gedrag? Dat doet hij niet. Kan hij op enige manier de geschiedenis van dit kind en de moeder kennen, of er iets is in haar manier van omgaan met het kind, dat de oorzaak zou kunnen zijn van dit gedrag? Dat doet hij niet.
Voldoet hij aan zijn minimum verantwoordelijkheid als dokter door het kind grondig genoeg lichamelijk te onderzoeken om redelijk zeker te zijn dat er geen andere somatische klacht is die de oorzaak is van het gedrag van het kind - slecht gehoor of zicht, andere lichamelijke stoornissen, een spier- of zenuwletsel, spanning, pijn, te lage bloedsuikerspiegel, een proteïne of vitamine tekort, allergieën, klierstoornissen. In de gevallen, waar ik van op de hoogte ben, deed hij dat niet. Test hij op enige manier de hypothese dat iets anders dan een hersenletsel de oorzaak is dat de moeder hem zo beschrijft als nu doet? Meestal doet hij dat niet."
"Zou één van de oorzaken,niet het feit kunnen zijn dat we levendige, nieuwsgierige, energieke kinderen, die verlangen om in contact te komen met de wereld en erover te leren, in steriele klaslokalen steken met leraars die hen over het algemeen noch respecteren, begrijpen of vertrouwen, hun vrijheid van meningsuiting en bewegingsvrijheid zodanig beperken, dat dit zelfs in een maximum beveiligde gevangenis zou beschouwd worden als buitensporig en onmenselijk en dat hun leraars zelf dit nooit zouden kunnen of willen verdragen? En wanneer deze kinderen dan zich verzetten tegen deze brutale, onvoorstelbare behandeling, en er zich woedend, ontzet en in shock van afkeren, zeggen wij dat ze ziek zijn en 'ingewikkelde en weinig-begrepen' stoornissen hebben, en gaan daarna over tot het toedienen van krachtige medicijnen, die zeker complex zijn, en waarover wij zo goed als niets weten over hun werking op lange termijn, zodat ze meer aangepast zouden zijn om de stompzinnige dingen te doen, die de school van hen vraagt.
We horen Dr. James H. Satterfield, een psychiatrist uit Los Angeles en directeur van het 'Ziekenhuis voor Hyperactieve kinderen' van het 'Gateway Hospitaal', zeggen: "Het schoolsysteem is gewoonlijk de beste plaats om hyperkinesie te herkennen. De leraars zijn gewoonlijk de eerste om in te zien dat er iets mis is met een kind." Hij voegt eraan toe dat hij geen probleem of misbruik ziet in een behandeling met medicijnen. Veronderstel eens dat ik Dr. Satterfield zou verplichten om, onder dreiging van zware straffen, absoluut stil te zitten,zonder zelfs maar van houding te veranderen, niet te spreken of enig geluid te maken zonder mijn toelating, gedurende vele uren van een dag, en niet één dag maar ongeveer 180 dagen in een jaar. Hoe zou hij reageren op dit bevel? Hij zou zich ongetwijfeld verzetten op iedere manier die hij kan.
Veronderstel eens dat ik dan zou verkondigen dat zijn aarzeling of weigering om mijn bevelen op te volgen, aantonen dat hij aan een ziekte lijdt met de naam 'hyperkinesie, en dat ik voor zijn eigen welzijn, en of hij het nu leuk vond of niet, hem een krachtig, nieuw medicijn zou toedienen om hem wat meer gedwee te maken. Wat dan? Zodra hij kon, zou hij me waarschijnlijk laten arresteren en opsluiten, als een een soort van gevaarlijke en misdadige gek. En de meeste redelijke personen zouden denken dat hij meer dan gelijk heeft om dat te doen. Kinderen hebben veel energie. Ze houden ervan te bewegen, ze leven en leren met hun lichaam en spieren, niet alleen hun ogen en oren. Wanneer volwassenen hen proberen te dwingen om gedurende een lange periode stil te zijn, dan hebben ze daar een hekel aan en verzetten zich. De meesten van hen kunnen bang gemaakt en het zwijgen opgelegd worden door bedreigingen en omkoperij, maar 5 tot 15 procent kan dat niet. En dan geven we die de diagnose dat ze lijden aan een leer-ziekte die we hyperkinesie noemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten