maandag 8 november 2021

John Holt - toespraak ter verdediging van kinderen 1970

In het bericht: The Omaha Incident zagen we hoe in de zomer van 1970 een artikel in de Washington Post: 'Omaha pupils given behaviour drugs', door talloze kranten in de ganse US wordt overgenomen en zorgt voor heel wat verontwaardiging. Op 29 september wordt in het 'Huis van Afgevaardigden' daarover een hoorzitting gehouden, onder leiding van William L. Dawson.

10 personen komen op de hoorzitting een verklaring afleggen en/of antwoorden geven op de vragen van de leden van de commissie. Eén daarvan is John Holt 'educational consultant and lecturer at Harvard University'. Het is de bedoeling dat hij persoonlijk aanwezig zou zijn, maar omdat hij dezelfde dag een lezing geeft in Indiana komen zijn medewerkers Paul Curtis en Roger Smith een verklaring voorlezen die ze samen met John Holt hebben voorbereid. Het is Paul Curtis die het woord neemt.




Wat volgt is één van de meest bevlogen toespraken ooit ter verdediging van kinderen die, omdat ze zich niet kunnen of willen aanpassen aan een tegennatuurlijk schoolsysteem, een etiket van een stoornis of ziekte opgeplakt krijgen, en dan ook nog eens krachtig medicijn moet innemen. De natuur van het kind zelf , hoe het geboren wordt en opgroeit wordt als te lastig en onaangepast beschouwd voor een prestatiemaatschappij. 

"Eén van mijn zorgen was het gebrek aan echte kennis over de aard en de gevolgen van het gebruik van deze medicijnen. Wat gebeurt er echt wanneer een kind deze medicijnen krijgt toegediend? Een moeder brengt haar kind naar een dokter en zegt: ' Dokter mijn kind doet dit en dat, hij wil niet stilzitten tijdens de maaltijden, hij vecht met andere kinderen, hij let niet op wanneer ik tegen hem praat, enz..enz...Ziet de dokter zelf iets van dit gedrag? Dat doet hij niet. Kan hij op enige manier de geschiedenis van dit kind en de moeder kennen, of er iets is in haar manier van omgaan met het kind, dat de oorzaak zou kunnen zijn van dit gedrag? Dat doet hij niet.

Voldoet hij aan zijn minimum verantwoordelijkheid als dokter door het kind grondig genoeg lichamelijk te onderzoeken om redelijk zeker te zijn dat er geen andere somatische klacht is die de oorzaak is van het gedrag van het kind - slecht gehoor of zicht, andere lichamelijke stoornissen, een spier- of zenuwletsel, spanning, pijn, te lage bloedsuikerspiegel, een proteïne of vitamine tekort, allergieën, klierstoornissen. In de gevallen, waar ik van op de hoogte ben, deed hij dat niet. Test hij op enige manier de hypothese dat iets anders dan een hersenletsel de oorzaak is dat de moeder hem zo beschrijft als nu doet? Meestal doet hij dat niet."

"Zou één van de oorzaken,niet het feit kunnen zijn dat we levendige, nieuwsgierige, energieke kinderen, die verlangen om in contact te komen met de wereld en erover te leren, in steriele klaslokalen steken met leraars die hen over het algemeen noch respecteren, begrijpen of vertrouwen, hun vrijheid van meningsuiting en bewegingsvrijheid zodanig beperken, dat dit zelfs in een maximum beveiligde gevangenis zou beschouwd worden als buitensporig en onmenselijk en dat hun leraars zelf dit nooit zouden kunnen of willen verdragen? En wanneer deze kinderen dan zich verzetten tegen deze brutale, onvoorstelbare behandeling, en er zich woedend, ontzet en in shock van afkeren, zeggen wij dat ze ziek zijn en 'ingewikkelde en weinig-begrepen' stoornissen hebben, en gaan daarna over tot het toedienen van krachtige medicijnen, die zeker complex zijn, en waarover wij zo goed als niets weten over hun werking op lange termijn, zodat ze meer aangepast zouden zijn om de stompzinnige dingen te doen, die de school van hen vraagt.

We horen Dr. James H. Satterfield, een psychiatrist uit Los Angeles en directeur van het 'Ziekenhuis voor Hyperactieve kinderen' van het 'Gateway Hospitaal', zeggen: "Het schoolsysteem is gewoonlijk de beste plaats om hyperkinesie te herkennen. De leraars zijn gewoonlijk de eerste om in te zien dat er iets mis is met een kind." Hij voegt eraan toe dat hij geen probleem of misbruik ziet in een behandeling met medicijnen. Veronderstel eens dat ik Dr. Satterfield zou verplichten om, onder dreiging van zware straffen, absoluut stil te zitten,zonder zelfs maar van houding te veranderen, niet te spreken of enig geluid te maken zonder mijn toelating, gedurende vele uren van een dag, en niet één dag maar ongeveer 180 dagen in een jaar. Hoe zou hij reageren op dit bevel? Hij zou zich ongetwijfeld verzetten op iedere manier die hij kan.   

Veronderstel eens dat ik dan zou verkondigen dat zijn aarzeling of weigering om mijn bevelen op te volgen, aantonen dat hij aan een ziekte lijdt met de naam 'hyperkinesie, en dat ik voor zijn eigen welzijn, en of hij het nu leuk vond of niet, hem een krachtig, nieuw medicijn zou toedienen om hem wat meer gedwee te maken. Wat dan? Zodra hij kon, zou hij me waarschijnlijk laten arresteren en opsluiten, als een een soort van gevaarlijke en misdadige gek. En de meeste redelijke personen zouden denken dat hij meer dan gelijk heeft om dat te doen. Kinderen hebben veel energie. Ze houden ervan te bewegen, ze leven en leren met hun lichaam en spieren, niet alleen hun ogen en oren. Wanneer volwassenen hen proberen te dwingen om gedurende een lange periode stil te zijn, dan hebben ze daar een hekel aan en verzetten zich. De meesten van hen kunnen bang gemaakt en het zwijgen opgelegd worden door bedreigingen en omkoperij, maar 5 tot 15 procent kan dat niet. En dan geven we die de diagnose dat ze lijden aan een leer-ziekte die we hyperkinesie noemen.

We zouden onszelf moeten afvragen hoe kinderen zich gedragen tijdens die jaren van hun leven, wanneer ze, volgens bijna iedereen die hun leerproces bestudeerd heeft, vlugger en blijvend leren dan in gelijk welke andere periode. Zitten ze stil en rustig, en wachten ze tot iemand hen dingen vertelt of toont? Dat doen ze niet. Ze bewegen voortdurend rond, en onderzoeken voor zichzelf, met al hun zintuigen en op alle mogelijke manieren, ieder deel van de wereld rond hen, dat ze kunnen bereiken. Zeggen we dat een baby of een peuter, druk bezig met onderzoeken en experimenteren, bijna nooit stil, tenzij hij slaapt, lijdt aan hyperkinesie? Dat doen we niet. We erkennen dat hij een buitengewoon bekwame leerling is, en dat zijn kennis door zijn activiteit groeit. Inderdaad, we kunnen veel bewijs voorleggen dat een kind, dat tijdens zijn babyjaren en kleutertijd de kans ontnomen wordt om rond te lopen en op zijn eigen manier op ontdekkingstocht te gaan, later heel veel moeite heeft bij het leren. Hoe en waarom beslissen wij dat de energie en beweeglijkheid die passend, noodzakelijk en waardevol zijn bij een driejarige, bij een zesjarige als een ziekte moeten beschouwd worden? 

Het antwoord is heel eenvoudig. We beschouwen het als een ziekte, omdat het ons moeilijkheden bezorgt bij het besturen van onze scholen als maximaal beveiligde gevangenissen, zoals we nu doen, en dit voor het comfort en gemak van de leraars en de bestuurders die er werken. 
De energie van de kinderen is 'slecht', omdat het een ongemak is voor de uitgeputte en overbelaste volwassenen, die niet willen, of weten hoe, of in staat zijn om hen bij te houden. 
Gezien het feit dat enkele kinderen wat meer energiek en actiever zijn dan anderen, zou het dan niet gemakkelijker zijn op een gezondere en menselijker manier, met dit feit om te gaan, door hen meer tijd en ruimte te geven waarvan ze gebruik kunnen maken om hun energie kwijt te raken. 
Ter  aanvulling op de opvoedkundige vragen zijn er twee andere gebieden die we moeten overwegen. Ten eerste de sociale reactie van een kind en ten tweede de soorten van druk waaraan zijn ouders aan onderhevig zijn. 

In het eerste geval, denk ik dat we met grote zekerheid kunnen zeggen,, dat wanneer we denken dat een kind vreemd is, hem behandelen alsof hij vreemd is, en hem vertellen dat hij vreemd is, hij over zichzelf ook  zal beginnen denken dat hij vreemd is en zich meer en meer vreemd zal gedragen. Ik heb enkele van die kinderen zelf gekend. Ze spraken vaak en gedroegen zich vaak alsof ze een vergunning hadden om zich gek te gedragen, en dingen te doen, waarvoor andere kinderen verlegen of beschaamd waren, of verboden waren om te doen. Dit droeg dan weer bij tot hun reputatie van vreemd zijn en omgekeerd, als in een vicieuze cirkel. 

Verder, in een maatschappij waarin ouders onder enorme druk staan om hun kinderen er goed te laten uitzien en goed te presteren, in school en overal elders, waarin mensen hun eigen leven zin geven door de prestaties van hun kinderen, zijn de ouders van deze kinderen uit de rat race en ervan verlost. Andere mensen zouden zichzelf kunnen kwellen -"Wat heb ik gedaan? Wat moet ik doen?" - wanneer hun zoon of dochter gezakt is in school, zich misdragen heeft of vensters gebroken. Maar die andere ouders moeten dit niet doen, omdat zij het perfecte antwoord hebben - hun kind heeft een medisch label, het is dus niet hun fout, er is niets dat zij eraan kunnen doen. 

En wat een geluk dat die experten er zijn om zich om hun arme lievelingen te bekommeren. Er wordt voor iedereen gezorgd behalve natuurlijk voor het kind zelf, dat een label krijgt waarop voor hemzelf duidelijk 'freak' staat. En diegenen die het dichtst bij hem staan ontnemen hem, ondanks hun genegenheid, datgene wat hij en alle kinderen het meest nodig hebben - respect, geloof, hoop en vertrouwen."


Geen opmerkingen:

Een reactie posten